Warande Informatief: Jan Decleir en Roy Aernouts/ Het Banket/I SOLISTI/ Vlaams radiokoor - Egmont

Met ‘Egmont’ zetten Het Banket, I SOLISTI en het Vlaams radiokoor een belangrijke brok uit onze geschiedenis als muziektheater op de planken en die mayonaise pakt. Jan Decleir kruipt in de huid van landvoogdes Margaretha van Parma, staatsman Willem van Oranje en de hertog van Alva, maar het is zanger-muzikantacteur Roy Aernouts die de titelrol op zijn naam krijgt. Aernouts put troost uit dit muziektheater, verklapt hij hieronder, en hij hoopt van jou hetzelfde.

Fris het publieke geheugen even op, Roy Aernouts, wie was Egmont?

Roy Aernouts: Daar zeg je me wat. Ik kende voor dit stuk de Graaf van Egmont- en de Graaf van Hoornstraat in Antwerpen, dus het belletje rinkelde, maar waar? Ik heb Egmont nooit op school gekregen. Of ik moest die dag net afwezig zijn geweest. 

Zijn verhaal is erg treurig. Hij was een idealist. Hij geloofde dat verzoening tussen extremen mogelijk was. Hij was een voorstander van de vrijheid van meningsuiting en verzette zich tegen de inquisitie. Hij staat symbool voor gematigdheid en tolerantie in woelige en polariserende tijden. We schrijven de Lage Landen, zestiende eeuw. Lamoraal van Egmont was een vertrouweling van Keizer Karel en van zijn zoon Filips II. Toen die laatste eiste dat Egmont duizenden calvinisten en lutheranen zou gaan omleggen, ging Egmont daar niet op in. Dat heeft hem in 1568 zijn kop gekost. Onder het repressieve bewind van Filips II, die vanuit Spanje over de Nederlanden heerste, werd hij op de Grote Markt van Brussel onthoofd. De terechtstelling leidde tot de bloedige Tachtigjarige oorlog, die eindigde met de scheiding van de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden.

Jij en de rest van het team vertellen het verhaal van zijn ondergang. Is het stuk volledig historisch correct?
Absoluut. Tekstschrijver Brechtje Louwaard en dramaturg Tristan Versteven hebben de feiten gevolgd. Ze hebben zich verder laten inspireren door de tekst die Goethe over Egmont schreef en waar Beethoven vervolgens een stuk op baseerde, maar verder zijn ze heel eigenzinnig te werk gegaan. Uiteraard zijn de dialogen pure fictie, maar ze klinken erg waarschijnlijk. ‘Egmont’ is geen politiek pamflet. Er worden zo weinig mogelijk standpunten ingenomen. We vertellen het verhaal dat gebaseerd is op de geschiedenis via taal en muziek.

Zegt de voorstelling – we zitten er in de 16de eeuw – ook wat over vandaag?

Onze pogingen om het niet actueel te maken zijn mislukt (grinnikt), maar dat ligt niet aan ons (lacht). Zijn het vandaag niet opnieuw woelige en polariserende tijden? De oorlog die nu woedt in Oekraïne duurt vast geen tachtig jaar, maar ondertussen is er wel weer oorlog in Europa.

Je spreekt zinnen uit als: ‘De mensen kunnen geen kant meer op’. ‘Ze hebben troost en hoop  nodig’. ‘Laat ze geloven wat ze willen’. Klinkt herkenbaar.

Voor mij heeft het stuk iets troostends vanwege het besef dat de tijden waarin we leven niet zo uniek zijn: ik denk aan de oorlog, maar ook aan de klimaatverandering. ‘Europa’ beleefde een Kleine IJstijd in de periode van ons verhaal. Dat aspect wordt niet uitgelicht, wel vermeld.

Kan de hedendaagse politicus er wat van leren?

Dat extremen met elkaar proberen te verzoenen je de kop kan kosten (lacht)? Zeker, figuurlijk dan inmiddels. Overigens wordt in onze voorstelling Egmont gewaarschuwd door Margaretha van Parma en Willem van Oranje, maar hij wil niet horen van opgeven, van vluchten. Hij blijft. Koppig als hij is!

Herken je iets van hem in jou?

Ik ben een idealist van de passieve soort, besef ik. Ik ben niet activistisch grootgebracht. Bij de generatie van Jan meen ik te merken dat het activisme er meer zit ingebakken. Jan wilde overigens altijd al wat met die figuur van Egmont doen. Hij heeft die dus wel gezien tijdens de geschiedenislessen op school. Hij kreeg het verhaal van de Lamoraal zelfs van een zeer bevlogen leraar.

Dat is dan niet in dovemansoren gevallen bij zijn vrouw Brechtje Louwaard en Tristan Versteven van Het Banket. Wilde Decleir de titelrol niet voor zichzelf?

De rol van Egmont is mij van in het begin voorgesteld. Uiteraard heb ik niet getwijfeld en ja gezegd,  maar ik besefte wel dat ik naast de grote Jan Decleir zou staan. De stress die ik aanvankelijk had, is gelukkig snel weggeëbd.

In het derde middelbaar zat ik samen met zijn zoon Jenne op school en kwam ik wel eens over de vloer bij de familie. Toen ik ging studeren aan Studio Herman Teirlinck was Decleir daar directeur. En toen ik vijf, zes jaar later ‘De meeuw’ speelde, was hij coach. Maar naast hem op het podium staan is toch weer wat anders.

Heb je altijd opgekeken naar Decleir?

In mijn jeugd vond ik Decleir fantastisch als ‘Daens’, in de filmzaal. Toen ik hem in het theater in ‘Vrijen met dieren’ samen zag spelen met Peter van den Begin – de eerste regie van Luc Perceval die ik zag – werd ik van mijn sokken geblazen. Toen wist ik dat ik toneel wilde gaan spelen. Later vond ik Decleir in-druk-wekkend in ‘Ten Oorlog’. Hem associeer ik vooral met de woorden gretigheid, generositeit en nieuwsgierigheid. Jan Decleir staat buiten de tijd en tegelijk zit hij er ook in. Jan is de tijd!(lacht) Hij is  niet vastgeroest. Eigenlijk is hij een heel jonge acteur. Hij blijft een zoekende speler die werkt vanuit de inhoud, met wat er staat, heb ik gemerkt tijdens de repetities. Waar ik eerder ben opgeleid met het naar de eigen mond zetten van de tekst en zelf bewerken.

Auteur Brechtje Louwaard zegt dat ze het fijn vindt als de acteurs vragen stellen en suggesties doen…

Zeker staat zij open voor suggesties van en overleg met de acteurs. In de voorbereidende gesprekken en repetities heb ik wel eens wat over een paar zinnen gezegd. Genre: is deze duidelijk genoeg voor het publiek? Gek genoeg was ik er na onze gedachtenwisselingen altijd van overtuigd dat wat er stond precies het juiste was. Een echt goed geschreven tekst kun je als acteur eigenlijk niet aanpassen. Kom je vijf zinnen later al in de problemen.

Jij en Jan Decleir staan of zitten achter een pupiter. Bekruipt je soms de lust om ruimer te gaan spelen? Toegegeven: veel ruimte biedt het podium niet echt met meer dan een dozijn muzikanten en een koor van 18 mensen. Bovendien zit je eigenlijk in een cel.

Klopt, het verhaal speelt aan de vooravond van de executie. Egmont zit in de gevangenis. Neen, die zin bekruipt me niet. Ik vind die beperking net leuk. Dat past bij de vorm en die was van tevoren al duidelijk. Het is geen method acting (acteerstijl waarbij de spelers hun rol invullen vanuit eigen ervaringen en  achtergrond, volgens de theorie van Konstantin Stanislavski (1863-1938) mc). We zitten er als onszelf. Er komen geen historische kostuums aan te pas. Als Jan landvoogdes Margaretha van Parma speelt, of Egmonts vriend Willem van Oranje of de Hertog van Alva, dan zit het verschil in kleine gestes.

Je bent zelf ook muzikant. Zou je willen meespelen? Was is de rol van de muziek?

Ik speel gitaar en andere instrumenten, maar geen van de blaasinstrumenten van I SOLISTI (lacht), de verleiding is er bijgevolg niet. Het valt me op dat de muzikanten na een voorstelling ‘Proficiat’ tegen Jan en mij zeggen en dan retourneer ik de felicitaties, want zij zijn even belangrijk als wij. Muziek, koor en tekst tillen elkaar naar een hogere level. Als het goed is, klikken die drie in elkaar. Ze versterken elkaar in contrasten en op het abstracte niveau. Het is niet zo dat de muziek een spannend moment moet  ondersteunen zoals in film. Het gaat niet om een plaatje bij het praatje.

Ik zag jou en Jan Decleir een paar keer omkijken naar de muzikanten achter jullie. Kan je genieten van de live muziek als je zelf speelt?

Zeer, en meer en meer. Ik merk dat ik inmiddels zelfs moet opletten niet al te fel op te gaan in de  muziek van Beethoven en de door Alain Craens gecomponeerde stukken, met een volume en zwaarte waar ik erg van houd. Ik moet namelijk zelf ook nog opnieuw aan de slag op dat podium (lacht).

Waarvoor staat het koor voor jou? En sluit dat eerder aan bij de acteurs of bij de muzikanten?

Ik associeer een koor nog altijd met de Griekse tragedie. De leden zijn getuigen, leven mee en reageren met tekst en noten. In die zin verbindt het koor muzikanten en acteurs. Af en toe richten we ons tot het koor dat op dat ogenblik een soort van tegenspeler wordt, maar die rol krijgt het de ene avond wel en de andere niet. De teksten zijn anders dan onze vloeiende teksten. Bij de koorzinnen klinken soms nog stukjes Goethe door.

Jullie spelen tegen de achtergrond van het reusachtige wandtapijt (een metersgroot schilderij)  van kunstenaar Tom Liekens. Wat voegt dat toe?

Ook al zit ik de hele tijd met de rug naar het doek: ik ben me aan het fantastische wandtapijt van Tom Liekens gaan hechten. We spelen zonder decor, maar door toevoeging van het gigantische beschilderde doek wordt de ruimte theaterzone. Het doek meenemen geeft deze speler in ieder geval veiligheid. En als het publiek uitgekeken is op de hoofden van acteurs, muzikanten en koor, kan het oneindig veel dingen ontdekken in het werk achter ons.

Welk publiek verwacht/zie je bij dit stuk?

Volgens mij is dit een stuk voor iedereen! We zien mensen die best wat afweten over en gefascineerd zijn door de historische figuur, maar niet exclusief. In Dilbeek hadden we een klas die ons stuk had uitgekozen uit het hele aanbod. In het nagesprek hoorden we van de leerlingen dat de voorstelling een verademing was, omdat het ‘nu eens niet zo expliciet over onze tijd gaat’. Theater hoeft geen geschiedenisles te zijn, maar ik vind het wel fijn als het wat bijbrengt. Bewustwording kan een van de vele kanten zijn van theater.

Ik had het laatst zelf nog met ‘Black’ van Luc Perceval. De geschiedenis van Congo kwam weinig aan bod op mijn school en als die al aan bod kwam, dan vaak gekleurd of kort door de bocht. Voor mij was ‘Black’ echt een wake up call. Absurd dat ik die halve les via een toneelstuk kreeg, maar zo was het.

Welke les schuilt er mogelijk in ‘Egmont’?

Breng me terug, zegt Egmont geregeld, want er komen veel flashbacks in het verhaal. Hij gaat vervolgens naarstig op zoek naar het moment waar het fout liep. ‘Als ik dat niet had gezegd of gedaan had wat was er dan gebeurd?’ De les die de geschiedenis leert is dat dat geschiedenis is. Er is niet één moment aan te duiden. Er is altijd een eerder begin, altijd een zaadje dat voorafging. Je kunt maar beter goed doen. Lief zijn voor elkaar.

 

tekst: Martine Cuyt

 

credits

muziek van Ludwig van Beethoven en Alain Craens
concept: Het Banket i.s.m. Francis Pollet
regie: Tristan Versteven en Brechtje Louwaard
tekst: Brechtje Louwaard
spel: Jan Decleir en Roy Aernouts
licht: Tristan Versteven
livemuziek: I SOLISTI en Vlaams Radiokoor

naar de voorstelling