Warande Informatief

De laatste generatie, of de 120 dagen van Sodom - Théâtre de Liège - Theater Stap / Milo Rau

Met ‘De laatste generatie of de 120 dagen van Sodom’ onderzoekt de Zwitserse regisseur Milo Rau de grenzen van het draaglijke en het voorstelbare. Of het mogelijk is om de schandaalfilm ‘Salò of de 120 dagen van Sodom’ van Pier Paolo Pasolini op het toneel te brengen en met acteurs met een beperking? Volgens Rau en Marc Bryssinck, artistiek leider van Theater STAP, alleszins. Hieronder geven zij en een aantal acteurs verhelderende antwoorden op ethische en andere essentiële vragen.

Toen Marc Bryssinck, artistiek leider van Theater STAP, het Kempense gezelschap van acteurs met een mentale beperking, het verzoek kreeg van Milo Rau om te gaan samenwerken zei hij meteen ja. Ook toen hij hoorde dat die aan de slag wilde met de zowat meest omstreden film uit de filmgeschiedenis:
‘Salò of de 120 dagen van Sodom’.

Marc Bryssinck: ‘Het is spannend om met regisseur Milo Rau te mogen samenwerken.  
Dat hij van Salò vertrok was wel even slikken. Ik zag de brutale film toen ik jong was en die kwam wel binnen. Theater STAP geeft mogelijk de indruk dat wij graag publieksvriendelijke dingen doen, genre Tytgat Chocolat (2017) en nogal gemakkelijk de genereuze, verbindende kaart trekken. Met De laatste generatie, of de 120 dagen van Sodom hebben we een voorstelling die in ieder geval schuurt.’

Met permissie: ‘brutaal’ klinkt opmerkelijk mild voor Pasolini’s schandaalfilm uit 1975, die speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog, in een kasteel in Italië, waar fascistische kopstukken jongens en meisjes vernederen, verkrachten en uiteindelijk doodmartelen. Zagen uw spelers de film?

De acteurs hebben, onder begeleiding, de film van Pasolini bekeken. Zo kregen ze inzicht in het geweld, de perversie, de lelijkheid en controverse van bepaalde scènes. Sommigen verstopten zich wel eens achter hun handen. Een aantal spelers  besloot na het zien van de film niet in het project te stappen, enkelen namen we zelf in bescherming. De tien die werden geselecteerd bij de casting wilden ervoor gaan. 

Uiteraard dacht ik bij het verzoek ook aan de spelers en hun ouders en aan de uitdaging en hindernissen, maar toen Milo vroeg om zo snel mogelijk een ontmoeting met de spelers en hun familie te regelen en ik hem vervolgens met hen in een open discussie hoorde gaan over het stuk, wist ik dat het snor zat en had hij mijn vertrouwen. 

Milo nam de artistieke regie voor zijn rekening, STAP zorgde voor het welbevinden van de spelers, en voor vertaling – letterlijk, Rau verstaat Nederlands maar spreekt het niet. Mijn collega Ingrid Van den Bergh is psycholoog en was tijdens dit creatieproces gefocust op het welzijn van de acteurs.

 

Zijn de acteurs van STAP volledig mee? Zijn ze in staat om zo’n onmogelijke vertolkingen op te nemen? En: is dat ethisch verantwoord?

Met het narratieve zijn de acteurs helemaal mee: ze weten dat het gaat over jongeren die worden gemarteld tot de dood.  Ik zeg niet dat ze elke nuance van elke scène kennen, maar ze begrijpen de geest van het stuk heel goed. Ze weten dat het gaat over sadisme, ontvoering, perversie, straf,…  Het is pedant te stellen dat acteurs een minimaal intelligentiequotiënt moeten hebben om deel te nemen aan een voorstelling. Het is niet aan ons om op voorhand te bepalen wat onze acteurs wel of niet kunnen spelen, wat ze kunnen ervaren en wat ze niet kunnen of mogen doen.
Film is nagenoeg altijd realistisch en dat maakt het bij momenten enorm walgelijk. Theater steunt veel minder op dat realisme. Er is ook totaal geen sprake van een getormenteerde speelstijl. Ja, het gaat over sodomie en coprofagie – het eten van uitwerpselen –, maar onze mannen eten gewoon smakelijk hun chocomousse. 
Het zware thema weegt niet tijdens de repetities. Ze spelen en hebben daar plezier in. Voor het publiek heeft de voorstelling vast een grotere impact dan voor de acteurs.
‘De 120 dagen van Sodom’ gaat over macht versus weerloosheid. Deze weerloosheid is iets wat de acteurs van STAP, mogelijk nog meer dan de jongeren in de film, uitstralen en voelbaar maken.

De ‘laatste generatie’ gaat over het gros van jouw spelers: het aantal levend geboren baby's met het syndroom van Down in Vlaanderen is gedaald van 39 in 2017 naar 16 in 2021. Rau trekt de parallel met de praktijken van het nazisme, dat onvolmaakte mensen uitroeide.

Dat was het moeilijkste om de spelers te vertellen. Dat sinds de NIP-testen minder mensen ervoor kiezen om hun kindje met Down geboren te laten worden. Dat begrijpen ze niet. Ze beseffen dat ze een beperking hebben, maar hen daarom cancelen, schrappen?
Kijk, op televisie, in ‘Down the road’, vinden mensen hen ‘schattig’ en kijken ze er graag naar, maar in het straatbeeld zien ze hen liever niet.
Ik ga niet zo ver als Rau in die parallel, maar ik constateer dat er minder Downers in onze jongerenwerking zijn, dan tien jaar geleden. Dat bevestigt mogelijk de dalende geboortetrend.
Er is een betere counselling nodig. Toekomstige ouders moeten de juiste en onverbloemde informatie krijgen. Ze moeten weten dat een baby met het syndroom van Down naast de mentale achterstand vaak ook fysieke problemen heeft: hart, spijsvertering, vernauwde gehoorgang.
Down is enerzijds een ingrijpende, anderzijds een milde beperking. Er is nog ontzettend veel kwaliteit mogelijk. Mensen met het syndroom van Down zijn vaak een meerwaarde in een gezin, zelfs de cement in de familie, in de buurt. Naast de informatie van de arts lijkt me praten met ervaringsdeskundige ouders een must en vooral ook: spreken met mensen die het syndroom hebben. 

Realiteit

Milo Rau, in de pers werd u al aangevallen voor de première vanwege het verschrikkelijke van de onderwerpen én de vertolkingen door acteurs met een geestelijke beperking.

Milo Rau: Als de realiteit schandalig is, dan moet kunst dat ook zijn. Ik heb geleerd de dingen bij hun naam te noemen. Gezien de laatste evoluties in de prenatale diagnostiek vrees ik dat de acteurs van Theater STAP letterlijk de laatste generatie met trisomie 21 zal zijn. De NIP-testen tonen de genetische afwijkingen en wij roeien die vervolgens uit. Het is de taak van de kunst om hier uitdrukking aan te geven, om dit feit, dat bijna ongelooflijk is, te laten horen.
Ik breng in deze voorstelling Pasolini’s analyse van de consumptiemaatschappij als voortzetting van het fascisme, samen met het boek dat hem inspireerde: ‘De 120 dagen van Sodom’ van markies de Sade en meer bepaald diens genot in transgressie (overschrijding, dW) en schandaal.
Wie bepaalt wat normaal is? Waarom prediken we het diverse, het individuele en het afwijkende - maar onderdrukken we alles wat niet aan de norm voldoet?
Wat betekent het voor een samenleving als ze minderheden, afwijkende lichamen en geesten op de podia viert - maar ze in werkelijkheid laat verdwijnen en niet alleen figuurlijk. Voor mij is het noodzakelijk dat we deze vragen bespreken waar ze thuishoren: op het podium van de grote theaters, in het hart van de burgermaatschappij.

Het boek en de film overschrijden grenzen. U geeft toe dat wat u laat zien ook ‘extreem morbide’ en ‘sadistisch’ is. Hoever gaat u?  

Mijn grenzen zijn de grenzen van de acteurs van Theater STAP. Ik heb al eerder gewerkt met acteurs met down, maar ik mis de nodige ervaring om hun grenzen echt te kunnen inschatten. Hier vertrouw ik op de expertise en coaching van het team van STAP, dat al 25 jaar werkt met acteurs met een handicap. Puur praktisch gezien betekent het dat ik suggesties doe en dat de acteurs en hun verzorgers evalueren of en hoe zinvol die zijn.

Bent u niet bang voor de afwijzing van het publiek?

Ik denk dat het stuk enerzijds functioneert als een schok: wat elke dag gebeurt, namelijk de vernietiging van een deel van de mensheid, wordt zichtbaar. Aan de andere kant denk ik dat het stuk ook van een grote menselijke poëzie is: we tonen de kracht van solidariteit, tederheid, samenhorigheid. Het feit dat dit stuk mogelijk is, laat zien dat er hoop is - om met de radicale waarheid om te gaan, maar ook om er wat tegen te doen.

Hoe documentair is deze voorstelling? Ik begreep dat de spelers ook worden geïnterviewd.

De verhalen die de acteurs vertellen, zijn, als ze niet van De Sade of Pasolini komen, hun verhalen. Dat geldt voor alle acteurs op de planken hier. De spelers van STAP brachten hun eigen ervaringen en interesses in. Die zijn vaak niet gemakkelijk zijn, maar die persoonlijke laag is een belangrijke.  Ook de vier andere acteurs (zonder handicap, dW) voegden eigen verhalen toe. De Zwitserse Robert Hunger-Bühlers, bijvoorbeeld, is van joodse afkomst. Zijn familie overleefde de holocaust doordat ze kon ontsnappen uit Duitsland. 

Helaas weten we allemaal wat geweld, misbruik, pornografie is - uit ons eigen leven.

De Stappers

Wat vinden de Stappers die in zee gingen met Milo Rau – de meesten speelden al in veel producties – van deze voorstelling? Kunnen ze die ergens mee vergelijken?

Ann Dockx: Met de productie ‘Myth’ van Sidi Larbi (Cherkaoui, dW) waarin ik speelde. Ook daar waren er veel en lange repetities. Ook daar speelden we met veel acteurs en dansers die geen Nederlands spraken.
Gitte Wens: Met ‘Andorra’; een toneelstuk over Joden en racisme en haat tegen mensen die anders zijn. Ter voorbereiding van dat stuk bezochten we met de hele groep het concentratiekamp Auschwitz. Ik herinner me die stapel kleren en alle toiletten op een rij. Brrr...
Els Laenen: Zo heel groot spelen en sterk stappen en snel bewegen - dat deden we bijvoorbeeld ook in 'Het Spektakel van de Halven & de Helen'
Wreedheid en misbruik spelen een belangrijke rol in de film die jullie naspelen. Hoe is het om dit verhaal op het toneel te brengen?
Gitte Wens: Het is inderdaad een stuk over veel slechte dingen: marteling, verkrachting, nazi's, opsluiten, schieten, schreeuwen,…
Ann Dockx: We hebben de film van Pasolini een keer bekeken en mogen nu delen ervan naspelen. Milo Rau wil dat we alles heel uitvergroot spelen, overdrijven. We lachen veel tijdens de repetities en ik mag alles kapot slaan. Op het podium zijn er interviews, dan spelen we onszelf weer en soms vertellen we ons eigen levensverhaal.
Gitte Wens: In de martelscène gebeurt er van alles; er wordt een baby uit mijn buik gehaald. Ik vind dat moeilijk om mee om te gaan.
Tanne Lemmens : Als iets een beetje moeilijk is - dan zijn we gewoon heel lief voor elkaar en lachen we met de flauwe scènes.

 

Credits

Met: Koen De Sutter, Robert Hunger-Bühler, Olga Mouak, Jacqueline Bollen, Ann Dockx, Bram Vaneeckhaute, Els Laenen, Gert Wellens, Gitte Wens, Hazina Kenis, Leen Teunkens, Liesbeth De Hertogh, Luc Loots, Tanne Lemmens
Naar het boek 'De 120 dagen van Sodom' van Donatien Alphonse François de Sade en ‘Salò of de 120 dagen van Sodom' van Pier Paolo Pasolini
tekst en regie: Milo Rau
regie-assistentie: Manon Pfrunder
generale regie: Yannik Fontaine
scenografie en kostuums: Anton Lukas
dramaturgie: Stefan Bläske
camera: Coralie Denooz
geluid: Jerôme Mylonas
regie video: Gwen Laroche
lichtregie: Renaud Minet
plateau: Gilles Maréchal
onderzoek en artistieke samenwerking: Joline Vermeulen, Kaatje De Geest
artistieke directie Theater Stap: Marc Bryssinck, Ingrid Van den Bergh
productie: Théâtre de Liège & DC&J Création
coproductie: Theater Stap, NTGent, Théâtre National Wallonie-Bruxelles

 

Met de steun van de Taks Shelter van de Belgische federale regering, de Inver Taks Shelter en Club des Entreprises Partenaires du Théâtre de Liège.

 

naar de voorstelling