Warande Informatief: Ultima Vez /Wim Vandekeybus - Scattered memories

Met het historische overzichtsstuk ‘Scattered memories’ viert Wim Vandekeybus 35 jaar Ultima Vez. De choreograaf-danser-fotograaf-filmmaker mixt verleden en toekomst, oud en nieuw, dans, beeld en film én oorspronkelijke casts met verse namen. Liefst 23 mensen bespelen het podium van de Warande, onder wie de internationaal geroemde meester zelf.

Voor Wim Vandekeybus (° Herenthout, 1963) is dans ‘schilderen met vlees’. De onophefbare spanning tussen lichaam en geest, gevoel en intellect, man en vrouw, natuur en cultuur, mens en dier, groep en individu, illusie en werkelijkheid staat centraal in zijn werk. Vijfendertig jaar geleden zette hij zijn vernieuwing van de Belgische dans in met zijn debuut ‘What The Body Does Not Remember.’ De Warande kon het multitalent spreken over what the body does remember.

‘Het is bijna onmogelijk om je eigen verhaal te vertellen. Je kunt het alleen vertellen via de anderen die dicht bij je staan.’, citeer je vandaag de filosofe Hanna Arendt. Geldt dat citaat voor 35 jaar Ultima Vez? 

Eigenlijk vertel ik inderdaad altijd mijn verhaal via andere mensen. Het is het leidmotief van ‘Scattered memories’, omdat het hier in het bijzonder om mijn persoonlijk verhaal gaat. Ik ben de enige die er 35 jaar lang, van het begin tot nu, bij was. Daarom vond ik het ook belangrijk om zelf aanwezig te zijn op scène en te mixen met de dansers van toen en nu. Ik beloof een aantal verrassende entrees te maken. Ik spiegel mezelf met de mensen die op scène staan en doen wat ik zelf niet kan doen. Zo worden ze een beetje het verlengde van mezelf.

Op een gegeven moment begint iedereen mij te spelen. Heel prettig.

Is ‘Scattered memories’ een ‘best of’? Een collagestuk?

Geen van beide. Een ‘best of’ herneemt de stukken. Een collagestuk zet scènes achter elkaar, zonder eenheid na te streven.

‘Scattered memories’ is een verzameling van verspreide en opgeknipte herinneringen en mixt verleden met heden, oude met grondig herwerkte of  helemaal nieuwe scènes. Zo is de openingsscène volledig nieuw. Ik kom het podium op met anekdotes en stel iedereen voor.

‘Scattered memories’ is een multimediavoorstelling geworden, een generatiemix van nieuwe en oude scènes, met mensen uit de oorspronkelijke cast, met nieuw en jong talent. Je voelt dat er verschillende lijnen door mekaar lopen die een knoop vormen die alles bijeenhoudt.

We nemen risico’s door uitgerekend vergeten scènes op te delven. We tonen ook andere dan de vertrouwde energieën. Tel daarbij geweldige muziek, beeldwerk en film. Dankzij de film zijn afwezigen als regisseur Tone Brulin (1926-2019) of acteur Jerry Gillick, mensen met wie ik nauw heb samengewerkt (‘Puur’, respectievelijk ‘Galloping mind’, mc) aanwezig.

Wat is het verhaal?

Het narratief is de tijd. ‘Scattered memories’ is een boei die drijft tussen toekomst en verleden. Stukken kunnen oud zijn en toch nog opnieuw worden gebruikt, zelfs nog modern overkomen. Dat de toekomst erbij is gekomen heeft te maken met het dossier voor subsidie-aanvraag waar door zakelijk leider Kristien De Coster en andere teamleden heel hard op is gewerkt. De plannen voor 2023-2028 dienden nu eenmaal uitgeschreven. We kregen inmiddels positief advies, waarvoor dank.

Dubbel feest dus. Tien jaar geleden deed je het publiek ‘Booty Looting’ cadeau bij 25 jaar Ultima Vez. ‘Ruim baan voor de leugen’, schreef De Volkskrant. Welk thema staat centraal in ‘Scattered memories’?

‘Iets zoeken’. Ultima Vez zegt al 35 jaar lang: ‘We are looking for something’. Het zoeken is belangrijker dan het resultaat tonen. In mijn langspeelfilm ‘Galloping mind’ is Sam (Jerry Gillick) op zoek naar het ongeboren kind. De frisking (fouilleer, mc)scène in ‘What The Body Does Not Remember’ gaat over iets zoeken in het lichaam van iemand anders.

Acteur-regisseur Sam Bogaerts zei het ooit zo: ‘Theatre is sharing what you’re looking for rather than showing what you have found.’ Zo is dat. Het feit dat je iets wilt uitvinden is het opwindende aan theater. Je hebt een idee en dan ga je aan de slag. Al de rest is sublimatie. De echtheid hoeft er niet te zijn. Je kunt een kroontje opzetten met je hand zonder dat echte object, zoals ik doe bij ‘Oedipus/Bêt noir’. Eigenlijk kun je alles simuleren. Het zoeken is altijd het belangrijkste.  

Ik ben blij dat wat ik doe niet gemeten kan worden. Dat het geen sport is waar je al dan niet punten scoort en weet of je hebt gewonnen of het record gebroken met zoveel tienden van een seconde. Wat ik doe kunnen mensen fantastisch vinden, anderen kunnen zeggen: daar heb ik nu niets mee.

Jullie dansen lijkt me nochtans topsport. Grensverleggend bovendien.

Wij hebben natuurlijk voorstellingen waar je ook mentaal heel erg sterk voor moet zijn. Dan zeg ik: ‘It’s like crossing the desert. Once you’re halfway, you can’t go back, because it’s further to go back than to go on.’ 

Het grote verschil met sport: dans brengt het binnenste naar buiten.

Was het een ‘blissful union’ met je oude dansers en andere bondgenoten?

Het is geweldig om zoveel mensen terug te zien, maar het is ook enigszins angstaanjagend. Ik heb met die oudere generaties veel beleefd en vele emoties gedeeld. Ik denk dat het ijs een beetje werd gebroken door de terugkomst van Lieve Meeussen – zij was erbij vanaf ‘les Porteuses de mauvaises nouvelles’ (1989), de tweede productie van Ultima Vez. Ze heeft de hoofdrol in ‘Hands do not touch your precious me’ (2021) en danst ook in ‘Scattered memories’.

Lieve is nu in de vijftig maar het is zo fantastisch haar weer op de scène te hebben. Je voelt die ervaring. Anderen dansen nu niet zo veel meer of zijn met andere dingen bezig. Daar moet je wel voor oppassen, maar het is fantastisch om die verschillende generaties samen aan het werk te zien.

Ik vond het erg belangrijk om acteurs uit te nodigen: Tim Bogaerts, Anabel Lopez en Damien Chapelle staan er weer.

Carlo Ferano, de Duitse variétéartiest die ik toevallig ontmoette terwijl ik in Hamburg rondwandelde met mijn camera en me inspireerde tot twee voorstellingen, levert de scenografie: het doek dat op hem geïnspireerd is gebruiken we als filmdoek. Verder houden we de vormgeving op toneel simpel: we hebben de ruimte nodig voor 23 mensen. Saïd Charbi is terug – hij is al verschillende keren terug geweest, toegegeven –, maar deze blinde danser blijft een ongelofelijk sterke figuur op scène.

Op zich is 23 mensen op het podium al ongewoon. Als ik het goed heb plukte je scènes uit deze voorstellingen: ‘What The Body Does Not Remember’ (1987), ‘In spite of wishing and wanting’ (1999), ‘In as much as life is borrowed’ (2000), ‘Scratching the inner fields’ (2001), ‘Sonic Boom’ (2003), ‘Menske’ (2007), ‘Radical Wrong’ (2011), ‘Oedipus/Bêt noir’ (2011), ‘Speak low if you speak love’ (2015). Hoe selecteerde je?

‘Hands do not touch your precious me’, waarin behalve Lieve ook performer en visual artist Olivier de Sagazan een hoofdrol heeft, kwam er deze zomer bij in Wenen, waar ‘Scattered memories’ tijdens het festival ImPulzTanz in première ging en gloedvol werd ontvangen. Ik begin altijd met een lijstje op een bierkaartje en daar gaan we dan mee aan de slag. Met zoveel talent en zovele generaties kun je beslist wat lades opentrekken. Ik hou er niet van om video’s te bekijken en exact te gaan kopiëren. Onderweg veranderen we (kleine) dingen: ritme, muziek, films. En op een gegeven moment valt de puzzel in elkaar. Het publiek in Wenen sprak over ‘een grote generositeit’ en die hopen we ook dat de mensen in Turnhout voelen. Voorkennis is beslist niet vereist. Ik val met de deur in huis. Het wordt als naar een verrassingsfeest gaan.

Ik wil de verrassingen niet verpesten, maar toch deze vraag: iconische scènes zoals de vallende stenen en de ‘fouilleerscène’, die je al vermeldde, uit ‘What The Body Does Not Remember’ ontbreken vast niet?

De frisking – een van mijn absolute lievelingsscènes – laat ik nu doen door de jonge generatie en dit keer fouilleren de vrouwen de mannen. Toen we dat stuk 35 jaar geleden ontwikkelden testten we alle combinaties van wie wie zou frisken, maar om fysieke redenen – lichamelijk groter – kozen we er toen voor dat de mannen de vrouwen zouden frisken. We hebben de rollen nu omgekeerd. Al wilden we aanvankelijk niet aan die historische scène raken.

De frisking betekent aantrekken en afstoten. Het is een soort tango, maar dan met nieuwe codes en secure regels die op een menselijke manier werden ingevuld.

Het met Ultima Vez bekende publiek zal zeker scènes of ideeën herkennen, maar soms zal het ook op een verkeerd been worden gezet. Je ziet een steen vallen en denkt dat de hele scène volgt, bijvoorbeeld. Niet dus.

Op 11 juni 1987 ging ‘What the Body Does Not Remember’ in première. En hoe! Wat zijn jouw herinneringen?

Ik was niet echt een dans-iemand toen. Ik maakte een voorstelling. Voor mij was ‘What The Body Does Not Remember’ een fysieke performance. Maar alles zat er wel op en aan om het te maken en vier maanden later in New York te staan in The Kitchen en daar de Bessie Award te winnen. Ik moet wel zeggen: daar waren zes maanden repeteren en veel weggooien aan voorafgegaan. Mijn innocence heeft dit stuk gemaakt. Daarom was het ook zo anders.

Hoe anders is het in de huidige, geglobaliseerde wereld waar iedereen toegang heeft tot alles door het internet. Alles wordt gedeeld. Mensen die audities komen doen kennen mijn werk. Destijds leefden we in een soort cocon en moesten we naar de bibliotheek om een boek van The Wooster Group of The Living Theatre vast te krijgen en te zien wat die deden.

Ik denk soms dat het door die toegang net veel moeilijker is voor mensen nu om nog iets vernieuwends te maken.

Ik gebruik in ‘Scattered memories’ niet voor niets het boek ‘Fatale strategieën’ van Jean Baudrillard, dat een soort bijbel was voor ‘What The Body Does Not Remember’. De Franse socioloog-cultuurcriticusfilosoof was zijn tijd ver vooruit. Hij had het erover had hoe exces iets kan vernietigen en hoe je door te veel te geven minder geeft, zelfs inertie kan creëren.

Hoezeer is jouw lichaam veranderd en hoe je idee over het lichaam op de scène anno nu?

Ik word ouder, natuurlijk, maar heb het geluk dat ik nog altijd op scène kan staan. Ik ben een action driven director. Voor mij vereenvoudigt het zelf ervaren het werk. Al doe ik veel minder dan vroeger. De honger om toch meer te doen is er nog steeds. Het lichaam is belangrijk voor het overbrengen van empathie. Ik geloof in de privékracht van het lichaam en durf nog steeds mensen te pushen in hun kracht én hun quality, hun uniekheid.

Ik zeg vaak tegen mijn studenten – sinds vijf jaar geef ik weer les –: ‘het lichaam heeft limieten, de geest niet’. Eigenlijk is dat nog steeds mijn manier van regisseren. In de geest is alles mogelijk. Je kunt je alles verbeelden. Gedachten en geest verruimen het lichaam om dingen te doen die dat nooit zou doen. Ik geloof nog steeds dat het lichaam het grootste communicatiemiddel is. Terwijl we toch in een maatschappij leven die steeds meer virtueel wordt. Hoe vaak hebben we het niet tegen mensen die fysiek afwezig zijn?

Hoe veranderde je gezelschap Ultima Vez?

Ultima Vez is een internationaal gezelschap geworden, maar ook een huis en een netwerk. We produceren jong talent als Seppe Baeyens, Zoë Demoustier, Lucas Katangila, geven workshops,… Ultima Vez is veel meer dan enkel ik en dat voel je ook. Ultima Vez is een springplank naar de toekomst, waar ik absoluut tussen kan staan als belangrijke pilaar.

Je weet ongetwijfeld hoe monumentaal je werk is. Toch ontbreekt zelfironie niet in ‘Scattered memories’.

Mijn alter ego kijkt naar binnen en vraagt zich af: waar ben ik nu toch mee bezig? Waarom vinden mensen dat goed? Mijn twijfelende ik is op een grappige wijze geënsceneerd. De twijfel, de vrees, de onwetendheid zijn heel belangrijk. Je moet met je beide voeten op de grond blijven (figuurlijk dan). Ironie en zelfspot zijn de beste manier om een eerlijke voorstelling te geven.

Welke ontmoeting(en) hebben jou als kunstenaar het meest gevoed/ veranderd? Van je werk als tienerdierenartsassistent bij je vader tot grote namen als Pina Bausch, Paul Bowles, Jean Baudrillard, over hedendaagse schrijvers als Peter Verhelst, muzikanten, cineasten tot grote liefdes… ?

Te veel mensen om op te sommen.

Wie je al noemde. Ik denk aan de Spaanse elektro-akoestische componiste Charo Calvo die ondertussen de sound design voor drie stukken leverde en al mijn films doet.

Maar los van de namedropping: ik heb ontzettend veel onbekende mensen ontmoet. Carlo Verano noemde ik al. Die was totaal vergeten en zat in de put. Ik moet bekennen dat de dansers niet altijd de credits kregen die ze verdienen. Voor de scènes die zij hebben ontwikkeld ben ik uiteraard toestemming gaan vragen of ik ze mocht gebruiken in ‘Scattered memories’.

Weet je, ik heb een vreemde verbeeldingskracht die bepaalde dingen herkent en oppikt. Die weet: daar ga ik wat mee doen. Blij dat ik me niet altijd rationeel hoef te inspireren. Ik wacht gewoon en ik herken het.

 

tekst: Martine Cuyt

 

Credits
Choreografie: Wim Vandekeybus
Artistiek assistant: Margherita Scalise
Bewegingsadvies: Iñaki Azpillaga,  German Jauregui Allue
Dansers: Alexandros Anastasiadis, Laura Aris Álvarez, Borna Babić, Maureen Bator, Tim Bogaerts, Damien Chapelle, Pieter Desmet, Saïd Gharbi, Rob Hayden, Germán Jauregui Allue, Luke Jessop, Kit King, Maria Kolegova, Anna Karenina Lambrechts, Anabel Lopez, Tanja Marin Friðjónsdóttir, Lieve Meeussen, Yassin Mrabtifi, Magdalena Oettl, Eddie Oroyan, Aymara Samira Parola, Wim Vandekeybus, Mufutau Yusuf
Costumes: Isabelle Lhoas
Light design: Benjamin Verbrugge
Sound design: Schröder
Productie: Ultima Vez
Ultima Vez is supported by the Flemish Government & the Flemish Community Commission of the Brussels-Capital Region (BE) and by the Tax Shelter measure of the Belgian federal government

naar de voorstelling