Hier rust binnenkort Dennis Tyfus

Ik kan niet schilderen”, zegt hij. Laat dat het enige zijn. Het scala aan creaties van de Antwerpse kunstenaar Dennis Tyfus (°1979) kent geen begin of einde: tekeningen, installaties, sculpturen, vinyl platen, No Choice tatoeages, radioprogramma’s, concerten, magazines, performances. Zijn werk is zo divers als dat het zot is. Binnenkort wordt de exporuimte van de Warande een beetje zijn huis. 

De eerste vraag of hij een band heeft met de Warande brengt ons meteen naar Marc Almond en tatoeages. “Ik ontdekte net dat Marc Almond op het programma staat dus binnenkort kom ik naar een concert in de Warande. Ik herinner me nog goed dat ik als kind alleen maar tatoeages zag bij bikers en krapuul. Marc Almond stond toen in de hitlijsten. Hij leek mij een hele deftige jongen. Tot hij plots op de cover van ‘de Joepie’ stond in zijn onderhemd. Hij stond vol tattoos! “Wow, wie is dit?”, dacht ik. Het fascineerde mij mateloos.” 

Meteen een naadloze overgang naar de No Choice tatoeages en bij uitbreiding het hele No Choice concept. Kan je dit zien als het overkoepelende thema voor de tentoonstelling? 

“Het No Choice concept is gegroeid uit die tatoeagereeks en gaandeweg uitgebreid. Het werd een belangrijk deel van mijn werk dus het krijgt zeker op veel verschillende manieren een plaats in de tentoonstelling.

Zo zal de installatie ‘You’re In- And Out Of The Band’ te zien zijn. Deze installatie is het enige werk dat ervoor zorgt dat je een bepaalde route moet volgen doorheen de tentoonstelling. Je loopt door een poortje en drukt op een knop die zal aanduiden op welk instrument je mag spelen. Op z’n best ben je deel van een constant fluctuerende band. Ik vind het genoeglijk om op voorhand al te bedenken hoe dat zal gaan: sommige mensen zullen dit niet willen, andere zullen er niet meer wegwillen… Je krijgt nu al totale chaos. 

Er is ook de ‘Factor 44-Installatie’, waarvoor ik 44 vergulde naamborden liet maken die 44 verschillende mogelijkheden aan die plek geven. Het aantal is een ‘tribute’ aan Factor 44, de voormalige kunstenaarsruimte waar we nu wonen. Deze ruimte wordt getest tijdens de tentoonstelling, er is een klein podium ingebouwd waar bepaalde types concerten, lezingen of performances in kunnen plaatsvinden, er zit een uitklapbare No Choice Bar in waar de mogelijke klant niet te kiezen heeft wat hij/zij/hen te drinken krijgt, er zitten allerlei kasten in die kunnen dienen voor mijn archief, maar waar even goed andere kunstenaars in kunnen tentoonstellen. Door ze tijdens de tentoonstelling te gebruiken kan er worden aangevuld hoe deze kleine ruimte in ons huis na deze tentoonstelling voorgoed als polyvalente ruimte kan blijven voortbestaan.


Wat maakt het No Choice concept interessant? 

“Omdat het een overkoepelend idee is dat je op quasi alles kan enten. Dat werkt bevrijdend. Het is een soort parodie op het leven zelf geworden. Je wordt eigenlijk sowieso al in heel veel No Choice-situaties gedwongen: hoe de bank met je omgaat, hoe mensen zonder papieren worden behandeld, hoe minderheden worden benaderd,… In die zin is het een heel hedendaags concept.”


Hoe bepalend is de ruimte waarin je tentoonstelt? 

De ruimte is bij elke tentoonstelling een “prettige beperking”, het is moeilijk om op voorhand te zien of iets in een bepaalde ruimte werkt, net daarom is het prettig om dat samen met de uitgenodigde toeschouwer te ontdekken . Zo wil ik voor de deur van de Warande een No Choice Taxi plaatsen, als de binnenruimtes niet werken kan de toeschouwer nog steeds op een op voorhand niet vastgelegde plaats in de buitenwereld worden “afgezet”.

Sommige werken die eerder weinig plaats kregen, komen in de Warande tot hun recht, zoals de hyperrealistische sculpturenreeks ‘Strafstudies’ (over de creativiteit van de mens in het straffen van een ander). En door de muziekinstallatie in de Warande te plaatsen, ontstaat er een parcours. Het is fijn als de dingen plots in elkaar vallen. Eigenlijk kan je je beter de vraag stellen of de ruimte een beperking is of net je kop opent. In het beste geval is het beide.” 


Je beeldend werk is ontzettend divers. Is er toch iets dat het kan typeren? 

“Heel wat zaken in mijn werk zijn serieel, zoals die No Choice Tattoos, de ‘Up and Down Grades’ (een reeks van meer dan honderd realistische zelfportretten), ‘Strafstudies’. 

Ik vind het ook prettig om na te denken over werk in de openbare ruimte zonder dat het ergernis wekt, in tegenstelling tot pakweg rondepuntkunst. De No Choice Taxi is er een voorbeeld van, het maakt niet uit of dat werk als beeldende kunst wordt gezien of niet, voor de meeste mensen is het gewoon een auto. Of de gedenkplaat die ik maakte aan de gevel van mijn vorige woning in Antwerpen met daarop ‘Hier rust Dennis Tyfus’. Het werkt als een soort sculptuur. Mensen lijken dit te aanvaarden omdat het de openbare ruimte niet te hard bepaalt. Het zijn werken die goed geïntegreerd zijn.”


Wordt de tentoonstelling een samenvatting van je werk? 

“Ik toon zelden slechts één eigenschap van mijn werk. Maar het is zeker geen retrospectieve, dat zou belachelijk zijn. Er zullen bestaande werken te zien zijn, maar evengoed mijn nieuwe reeks tekeningen: ‘De Danny’s’. Die ontstond recent naar aanleiding van een radio-interview van Bent Van Looy met Tom Lanoye. Tom Lanoye noemde me in één adem met Luc Tuymans, maar mij noemde hij Danny Tyfus. Dus maakte ik twintig nieuwe extra-realistische zelfportretten: ‘De Danny’s’.”


Bedankt voor het interview, Danny.