Warande Informatief: Dwarskijker - de Roovers
‘Ik ben die koppels beu. Die koppels die zich aan je vastzuigen omdat ze het niet langer verdragen met twee alleen te zijn. Ik ben die singles beu. Die singles met hun hypocriete gezwets over vrijheid. Ik ben die kunstenaars beu. Die gesubsidieerde parasieten die van hun belachelijke avontuurtjes met andere parasieten gigantische melodrama’s maken en daar de sfeer mee verpesten’, het zijn openingsregels van de schitterende monoloog waarmee Agnes als een rapkunstenaar ‘Dwarskijker’ opstart. De heerlijk scherpe typeringen, niet zonder tongbrekers, vloeien – alsof ze de woorden zelf bedacht – uit de mond van Sofie Sente.
Haar personage, een gevreesde blogster, zien we in haar woning in een grootstad. Aanvankelijk zit ze alleen, al gauw is ze omringd door kustenaars, vogels van diverse pluimage. Opvallendste karaktertrek van Agnes: ze is eerlijk en absoluut in die eerlijkheid. Maar is de waarheid vertellen altijd de juiste keuze en: hoeveel absolute eerlijkheid kan een mens aan?
Sofie Sente, de Roovers draaien de hand niet om voor Shakespeare en de oude Grieken, voor klassiekers en klassieken, kortom. Waarom vertrokken jullie van een hervertelling en niet van het origineel van Jean-Baptiste Poquelin?
Sofie Sente: Molière heeft met Shakespeare gemeen dat hij én schrijver én speler was en dus perfect wist wat werkte op toneel. Zo’n tekst bewerken de Roovers inderdaad wat graag, maar ‘Fraülein Agnes’ was een tip die we kregen aangereikt door David Strosberg, de vroegere directeur van Les Tanneurs in Brussel, die ooit bij ons stage deed. Deze hedendaagse bewerking is van de hand van Rebekka Kricheldorf, een Duitse schrijfster die schitterende bewerkingen van oude meesters maakt. We lazen haar tekst in het Duits en in het Frans en waren er meteen weg van. Kricheldorf beheerst de technieken van het komedieschrijven echt heel goed.
Molière zet de (hypocrisie van de) hogere kringen van het 17de eeuwse Frankrijk te kijk. Kricheldorf plant haar ‘mensenhater’ in het artistieke milieu, waar theatermakers uiteraard toe behoren. Jullie zagen er geen graten in om jullie vrolijk te maken over de eigen scene?
Toch wel, maar pas in tweede instantie. In eerste instantie vonden we dat fantastisch, maar vervolgens sloeg de angst ons even om het hart. We zijn als theatermakers an sich al een geviseerde soort, – toneelgezelschappen worden al te gemakkelijk weggezet als linkse, elitaire subsidieslurpers –. Wij vroegen ons ernstig af: zou ‘Dwarskijker’ nestbevuiling betekenen? Koren op de molen van populisten die pleiten voor het afschaffen van subsidies?
Toen en daar geaarzeld om toch voor Molière te gaan?
Op dat moment zijn we Molière zelf weer gaan lezen en gingen we inderdaad twijfelen omdat we allemaal verliefd werden op ‘Le misantrope’, mede vanwege de afstand. Met hoofdfiguur Alceste maakte Molière de leugens, uiterlijkheden en frivoliteiten uit de bourgeoisie belachelijk. In een bewerking zou je ‘de mensenhater’ overal kunnen laten spelen: in een ziekenhuis, op een school, in de bankwereld. De omgeving is er slechts decorum.
Toen bedachten we: net door een gezonde portie zelfspot zijn we de andere spotters voor. Dat is ook wat Kricheldorf zegt: je kunt maar beter eerst met jezelf lachen, dan neem je de voeding van de ander weg. Met ‘Dwarskijker’ nemen we een soort van voorslag: denk maar niet dat wij onszelf altijd zo au sérieux nemen. Maar daar gaat het eigenlijk niet over.
Waarover gaat ‘Dwarskijker’ wel?
Het stuk gaat over waarheid en leugen, over in hoeverre je je verantwoordelijkheid opneemt, in hoeverre je consequent bent en kunt zijn; over in hoeverre je in het leven blinde vlekken hebt.
Deze zin van de Duitse schrijfster Ingeborg Bachman is cruciaal: ‘Die Wahrheit ist dem Menschen zumutbar’ – de mensen kunnen de waarheid aan.
Wij leven in een wereld waar leugen tot een soort commercie is verworden. Agnes zegt op een bepaald moment: ‘Uiteindelijk weten we niks meer over elkaar, want we liegen over onze angsten en onze vreugden en we denken dat we vertrouwelingen zijn, maar we zijn vreemdelingen voor elkaar.’
Posten en tonen we onze geweldige levens niet op social media, op Instagram? Daar zit zoveel schijn in! De tristesse van het leven, die zo inherent en belangrijk is, wordt binnenskamers verteerd. Ze kan gevaarlijk beginnen te gisten en ontsporen.
Toen beseften we: het is goed om deze ‘Dwarskijker’ te maken. En: het is fijn om deze hedendaagse toneelschrijfster te ontdekken. Kricheldorf is een superslimme vrouw met veel humor.
Konden jullie haar spreken?
Wij konden haar interviewen. Voor Rebekka draait alles om de vraag die Agnes’ vriendin Fanny (die bij Agnes woont wegens uit haar appartement gezet door haar ex) opwerpt: hoeveel eerlijkheid is menselijk? Waar liggen de grenzen tussen eerlijkheid en grofheid? Of andersom: wanneer verandert een gemiddelde hoeveelheid onschuldig sociaal liegen in laf opportunisme? In hoeverre heeft Agnes gelijk en op welke keerpunten begint ze ongelijk te krijgen? Het is dus eigenlijk een stuk over humanisme.
Waarom besloot Kricheldorf van Molières Alceste een Agnes te maken? Wat zijn de gelijkenissen, wat de verschillen?
Omdat ze vaststelde dat de machtige criticus in Duitsland nog steeds een man is, naar wie wordt opgekeken, zet Rebekka een hedendaagse blogster in the picture. Agnes maakt zich onmogelijk door als recensent te zeggen en schrijven wat ze echt meent. Ze is hard in de leer. Ook buiten haar kritieken verdraagt ze geen oneerlijkheid.
Agnes is beslist de vrouwelijke versie van de consequent eerlijke Alceste. Al maakt Kricheldorf Agnes kwetsbaarder, menselijker in haar kleinheid dan Molière zijn Alceste, die onontkoombaar is, theoretischer als figuur, een soort premisse.
De twee personages delen ook dezelfde blinde vlek: de liefde. Alceste wordt verliefd op de lichtzinnige leeftijdsgenote Célimène. De wat oudere Agnes is gevallen voor de jonge kunstenaar Sascha.
Agnes is slimmer geschreven dan Alceste. Ze maakt omschrijvende bewegingen waar Alceste zich onmiddellijk bloot geeft: hij is botter en neurotischer in zijn dwingendheid naar zijn lief toe.
Dat die wijze blogster de introspectie mist, maakt haar menselijk. Liefde maakt blind, jawel. Verliefdheid is hier sterker dan en biedt een mooi tegengewicht aan haar slimmigheid.
Overigens, ‘oudere vrouw met een jongere man’ is voor de publieke opinie nog steeds een ander paar mouwen dan ‘oudere man met jongere vrouw’. Denk maar aan Macron en zijn Brigitte.
Is Agnes een mensenhater? Of een sociopaat, zoals haar ex Adriaan zegt?
Ze is een dwarskijker, maar vooral een eenzaam mens. Het is met haar als bij de Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol – wij lazen ‘De eenzame stad’ van de Britse schrijfster Olivia Laing. Warhols atelier zat altijd vol. Iedereen kreeg eten en drank en drugs; en hij maakte kunst met hen, maar eigenlijk was hij super eenzaam.
Agnes stelt, net als Warhol, haar eigen familie samen. En daar gebeuren, net als in biologische families, allerlei dingen: van vertrekken met slaande deuren en terugkomen tot vreemdgaan.
Als je alles altijd zo scherp ziet als Agnes, dan heb je gewoon een verzachtende omgeving nodig om de wereld aan te kunnen. Agnes is even genereus als Warhol: iedereen mag blijven borrelen, eten en logeren. Het enige wat zij vraagt, is eerlijkheid.
Dat blijkt niet zo’n eenvoudig verzoek. Dat zal het publiek merken.
Het is zoals Fanny tegen Agnes zegt: ‘Juist die lelijkheid, die tekortkomingen maken mensen menselijk.’ De grote vraag van het stuk is zonder twijfel: is rigoureuze eerlijkheid wel leefbaar?
Niet voor haar zoon Orlando. Agnes spaart hem, ondanks haar liefde voor de jongeman, bepaald niet. Ze maakt zijn cd met de grond gelijk.
Hoe ze met haar zoon omgaat is een hele moeilijke. Agnes had niet over die cd van ‘De Orlando’s’ willen schrijven precies omdat ze zijn teksten maar niks vindt. Orlando dringt aan en dan volgt een steenharde bespreking. De waarheid kwetst daar ontzettend.
Als moeder wil ze hem de juiste waarden meegeven in de opvoeding. Ze wil haar zoon zo sterk mogelijk maken. Dat is haar overtuiging: ‘Ik ben kritisch tegenover mezelf en ik wil dat mijn kind ook op die manier in het leven staat.’
De vernietigende recensie is voor haar net een bewijs van haar liefde. Agnes zegt ergens: ‘Je mag de mensen hun kans op zelfkennis niet ontnemen.’
Maar: je mag de mensen ook hun kans op groeien niet ontnemen. Agnes maakt in haar spijkerharde blog ook de geaardheid van haar zoon openbaar. Zo’n jongen die nog niet uit de kast kwam, heeft recht op falen en zelf ontdekken hoe zijn parcours zal lopen. Daar is ze super dwingend, niet respectvol, cru.
Gefrustreerd, noemt haar zoon haar.
Zij antwoordt: ‘Ik ben niet gefrustreerd. Ik ben veeleisend.’ Agnes heeft zelf ooit een roman gepubliceerd die geweldig goed werd ontvangen in de pers. Ook al waren de recensies unaniem lovend en gingen de verkoopcijfers van het boek door het dak, zij was niet tevreden over de kwaliteit en trok zich vervolgens terug.
‘Ik ben gestopt’, zegt ze, ‘en dan moet ik maar toelaten dat iedereen van alles maakt dat niet goed genoeg is en daar mag ik dan niks over zeggen? Iemand moet het ondankbare werk op zich nemen om rommel rommel te noemen.’
Daar kan ik haar perfect volgen. Als ik denk aan alles wat op televisie de revue passeert aan in slaap sussende en comfortabele programma’s die grote aandacht krijgen. En hoe weinig zelfkritisch die wel zijn. Mag er nog een beetje inhoud zitten in wat op ons af wordt gestuurd? Mogen we nog scherp uit de hoek komen? Nieuws op televisie en in de kranten: het gaat tegenwoordig vooral over ‘likes’ en de focus op korte, informatieve, sensationele dingen.
Was Agnes je favoriete rol om te vertolken?
Aanvankelijk wilde ik haar vooral niet spelen. Ik zag Sara (De Bosschere, mc) in die rol. Ik vreesde ook dat Agnes zou infiltreren in mijn leven. Dat die tekst, die ik elke avond zou opvoeren, in mijn systeem zou kruipen.
Ik heb zelf een zoon voor wie ik soms behoorlijk kritisch kan zijn. Ik ben niet zo onverbiddelijk streng als Agnes natuurlijk, maar ik moet met al mijn goede bedoelingen ook opletten dat ik het theoretische niet te veel voorrang geef op het menselijke.
Waarom ik dan Agnes vertolk? Toen ik tijdens een lezing met alle spelers een keer een tirade hield over iets in het nieuws, zeiden de jonge mensen die de Roovers hier vervoegen dat ik absoluut Agnes moest gaan spelen… (lacht)
Nog één aspect moeten we aansnijden: de humor. ‘Dwarskijker’ werkt de hele tijd heerlijk op de lachspieren.
‘Dwarskijker’ is komedie pur sang, wel met een maatschappelijk zeer relevante vraagstelling. Een goede komedie draagt een enorme tristesse in zich en maakt de waarheid verteerbaar. Er zit veel ironie in het stuk en soms wordt die sarcasme.
Wat je heel vaak ziet in komisch theater en televisieseries in het genre is dat het uitlachen wordt. In ‘Dwarskijker’ is de humor nooit gratuit.
Humor werkt vaak bij de gratie van karikaturen. Wij zetten geen karikaturen neer, al draagt iedere figuur een karikatuur in zich.
Komedie hoeft niet plat te zijn. Komedie doet aan introspectie op een zachtere manier en heeft te maken met timing en een bepaalde gevoeligheid.
Denk je dat Agnes verandert ‘na het stuk’?
Die vraag stelden we ook aan de auteur. Dit is wat Rebekka antwoordde: ‘Voor Agnes ben ik niet zo optimistisch. Ik weet niet of er voldoende zelfkennis is om een gezonde catharsis te beleven en het opnieuw te proberen met haar medemensen. Het lijkt me waarschijnlijker dat ze een kat koopt en alleen sterft.’
Martine Cuyt
Credits
Tekst: Rebekka Kricheldorf (vertaling Els Snick, UGent en de Roovers)
Van en met: Bartel Busschaert, Robby Cleiren, Sara De Bosschere, Manizja Kouhestani, John Niyibizi, Luc Nuyens, Sofie Sente en Mil Sinaeve
Scenografie: Stef Stessel
Muziek en bewegend beeld: Jack Stessel
Kostuums: Pynoo
Licht en techniek: Bert Vemeulen
Geluid en techniek: Anton Van Haver
Een productie van de Roovers spelen vzw, in coproductie met Per Podium, met de steun van Tax Shelter van de Federale Overheid via BNPPFFF