Bart Van der Moeren

Jeroen Verdick, 'Alleen' in de Warande: een droom die uitkomt

De Kuub verkocht hij moeiteloos uit in juni, bij de start van de verkoop van het nieuwe seizoen. En dus staat comedian Jeroen Verdick nu in de Schouwburg voor de première van zijn eerste soloshow ‘Alleen’. “Zo cool dat er meer mensen komen kijken dan alleen mijn familie en vrienden.”

Amper zes jaar geleden schopte boekhouder Jeroen Verdick het tot de halve finale van Humo’s Comedy Cup. Op televisie leverde hij de voiceover voor ‘Love Island’ en was hij copresentator van ‘Hoe zal ik het zeggen?’ met collega Jens Dendoncker. Jeroen groeide op in Vosselaar, woonde jarenlang in Turnhout en presenteert zichzelf nog steeds als “van oerdegelijke Kempische makelij: goedlachs, gevat en met aanstekelijke tongval”. “Maar ik ben de ware tegengekomen en woon nu in Lommel. Ik mis het wel, mijn familie en vrienden wonen allemaal hier in de buurt.”

Heeft je afkomst je geholpen als comedian?

Voor de voiceover van ‘Love Island’ waren ze op zoek naar een atypische stem. Ik heb de combinatie van een nasale klank en een Kempens accent. Er waren ook negatieve commentaren maar veel kijkers vonden het aanstekelijk en leuk. Jens is een West-Vlaming, die zegt ook dat hij direct sympathie heeft voor mensen met een Kempens accent. Daar heb ik handig gebruik van gemaakt om één en ander in beweging te zetten (lacht).

Het zijn woelige tijden, voelt het dan niet vreemd om moppen te staan tappen op een podium?

Dat wringt niet, integendeel. Mensen willen lachen en alles even vergeten. Ik denk dat ik hen daarmee help. Je merkt wel dat wanneer alles duurder wordt de vrije tijd het eerste is waarop bespaard wordt. De ticketverkoop verloopt minder vlot. Dat heeft ook wel met coronaverschuivingen te maken waardoor ook veel grote namen toeschouwers lokken. Gelukkig heb ik dankzij de televisie een goede voet tussen de deur.

Hoe wordt daar eigenlijk naar gekeken in comedymiddens?

Je hebt twee verschillende soorten comedians. Enerzijds zijn er degenen die op televisie komen en daar gebruik van maken om hun zalen te vullen. Anderen zoals Alex Agnew en Xander De Rycke bouwen liever zelf hun publiek op. Televisie is natuurlijk ook niet zaligmakend. Je moet je er naar schikken en opofferingen maken. Zelf breng ik sowieso al niet het grofste materiaal. Naar mijn gevoel pas ik daar dus wel in.

Wou je altijd al comedian worden?

Mijn jeugddroom was op een podium staan. In het eerste studiejaar verkondigde ik al dat ik later acteur zou worden. Maar in mijn familie deed niemand iets artistiek dus hoe gaat dat dan? Toen ik 21 was, ben ik afgestudeerd als boekhouder. Mettertijd kwam wel het besef dat dat niks voor mij was. Ik vroeg me af waarom ik nooit iets met die jeugddroom had gedaan en vond dat ik het mezelf verschuldigd was om het minstens eens te proberen. Ik ben wel altijd fan geweest van comedy dus besloot ik om een driedaagse workshop in The Joker, het bekende Antwerpse comedycafé, te volgen. Op het einde moesten we een paar minuten voor een livepubliek brengen. Dat vond ik zo plezant dat ik wist ‘dit is het’.

En nu sta je met je eigen voorstelling in de Warande.

Het wordt een echte thuismatch, mijn première. Ik blijf een Kempenaar in hart en nieren. Turnhout is de stad waar ik naar school ging, zes jaar gewoond heb en elk weekend uitging. Het is mijn tweede thuis, al mag ik dat eigenlijk niet zeggen. Toen ik verhuisde van Vosselaar naar Turnhout was ik net geen volksverrader (lacht). Er zit ook een stukje in de show over buren die elkaar haten. Ik vergelijk het met Rusland en Oekraïne, al is het gelukkig niet zo extreem natuurlijk. De Warande was het cultureel centrum waar we met school naartoe gingen. Het was de eerste zaal waar ik aan dacht voor mijn première en zij toonden ook direct interesse. De Kuub verkocht meteen uit tijdens de loting. Daar zullen wel heel wat familieleden en vrienden bij zijn, ja. Daarom besloten we om te verhuizen naar de grote zaal, die nog vrij was. Dat krijg je niet meer gevuld met alleen mensen die je kent. Het blijft bizar dat anderen een ticketje willen kopen om mij bezig te zien. Optreden in de Warande is toch een droom die uitkomt. Ik stond hier al in het voorprogramma van Jens, maar alleen op het podium, dat is toch spannend en zorgt voor zenuwen.

‘Alleen’ is ook de titel van je voorstelling, waarom?

Omdat ik vind dat alleen zijn niet per se erg is. Ik ben zelf lang vrijgezel geweest maar ook in een relatie kan je alleen zijn. En ook wanneer je alleen bent, kan je iemand helpen. Mensen vragen zich wel eens af hoe ze een verschil kunnen maken. Wat maakt het uit of je recycleert of hoe je stemt? Maar mensen zijn kuddedieren. Door zelf iets te doen, creëer je een rimpeleffect en steek je anderen aan.

Dat klinkt wel heel serieus, Jeroen.

Geen paniek, voor de rest verkoop ik de hele tijd bullshit, hoor (lacht). Ik vertel wat voor rare dingen er in mijn leven gebeuren. Ik ben ook niet de stoerste man, ik ben sinds kort pluspapa… De titel verwijst natuurlijk ook naar de eerste keer dat ik alleen op het podium sta. Ik heb lang getwijfeld, dacht dat ik er niet klaar voor was. Tot mijn management me duidelijk maakte dat het momentum er nu is, dat ze wisten dat het gaat lukken. Ik heb de klik gemaakt na ‘Hoe zal ik het zeggen?’, onmiddellijk gevolgd door de stress dat ik materiaal moest beginnen te schrijven (lacht). Ondertussen heb ik al ideeën klaar voor een eventuele opvolger. Ik heb een aantal try-outs gedaan, onder meer in jeugdhuis Wollewei in Turnhout. Dat waren toffe avonden met positieve reacties van het publiek. Het was al een echte show, de rode draad was er al, het was alleen nog wat finetunen voor de première.

Een comedyvoorstelling duurt al sneller langer dan een uur. Hoe onthou je al die tekst?

Ondertussen sta ik zes jaar op een podium. Ik heb al veel moppen verteld, vaak dezelfde. Die ken je op den duur knal vanbuiten. Zo had ik dus al een goed half uur. Dat breid je dan telkens uit met wat nieuw materiaal. In het begin heb ik één keer een blackout gehad. Dat was tijdens de Comedy Cup. Ik was toen drie maanden bezig en had nog niet de bagage om het op te lossen. Dus was het tien seconden lang stil. Een eeuwigheid als je alleen op het podium staat (lacht).

tekst: Wouter Adriaensen

 

naar de voorstelling