Armin Mola houdt van (en haat) Iran: “Dit kan iedereens verhaal zijn”

“Dat is toch die bekende acteur!”, roepen enkele passerende tieners tijdens onze fotoshoot met Armin Mola. Ze herkennen hem allicht als Basim uit de Ketnet-reeks ‘Hoodie’. “Maar dat was maar één personage. Ik wil meer.” En dus brengt Armin, die een groot deel van zijn jeugd in Turnhout doorbracht, woensdag 27 september zijn monoloog ‘I love (and hate) you Iran’ op de planken van de Kuub. 

Na de première in de Warande speelt Armin, die ondertussen Drama studeert aan het KASK in Gent, dit najaar nog in onder meer Antwerpen, Leuven en Utrecht - “hoe geweldig is dat?”. Maar ‘I love (and hate) you Iran’ ontstond al enkele schooljaren eerder. “Dit was eigenlijk mijn eindwerk in het middelbaar aan het Lemmensinstituut in Leuven”, vertelt de jonge acteur. “Ik wou het verhaal van een gevangene brengen of zo, maar mijn leerkracht, Astrid Ogiers, vond dat ik zelf genoeg had meegemaakt om dichter bij mezelf te blijven.

Er was geen oorlog maar toen ik nog een baby was, hebben mijn ouders toch beslist om Iran te ontvluchten. Omwille van politieke redenen, om hun kinderen hun vrijheid te geven. Ze wilden eigenlijk naar Engeland maar we zijn blij dat we in België beland zijn (lacht). Ik ben opgegroeid rond het kasteeltje. Met mijn maten chillde ik aan de bushaltes, de scouts en de basketbalclub waren hier. In de Warande kom ik al vanaf mijn 2 jaar. Ik heb er dan ook voor gevochten om de voorstelling hier in première te kunnen laten gaan.”

Stampvolle zaal

“Door mijn eindwerk dicht bij mezelf te houden, stelde ik me extra kwetsbaar op, dat was moeilijk. De meeste leerlingen kozen voor een stuk van Shakespeare of Claus. Een volledige tekst zelf te schrijven en te brengen werd vaak afgeraden. Bovendien voelde ik me onzeker over mijn teksten. Ik rapte toen al wel en mijn leerkracht heeft me toen aangemoedigd om tegen mezelf te praten en dat op te nemen. Daar hebben we de goede stukken uit gehaald.

Ik had vrienden uitgenodigd om naar mijn eindwerk te komen kijken, zij hadden hun ouders meegebracht. Die stampvolle zaal heb ik plat gespeeld, met een staande ovatie als beloning. Met beeldmateriaal dat toen gemaakt is, hebben we het idee gepitcht bij het Leuvense productiehuis fABULEUS. Twee jaar geleden heb ik de voorstelling nog eens drie keer gespeeld, vorig jaar is beslist om er mee op tournee te gaan.”

Jeugdliefde

“‘I love (and hate) you Iran’ is geen zoektocht naar een identiteit als migrant, wars van alle racisme en discriminatie. Niet omdat die er niet zijn, Turnhout was voor mij geen gemakkelijke stad voor jongeren om op te groeien omdat er zo weinig kansen te grijpen waren. Maar het gaat voor mij om wat het betekent om Iraniër te zijn. Ik heb een haat-liefdeverhouding met mijn vaderland. Ik hou van de humor, de kunsten, de gastvrijheid - ook al hebben de mensen geen geld, je mag altijd mee aanschuiven. Ik haat de regering en de overheid, de grote armoede, het feit dat Iran op de lijst met terroristische landen staat.

Vorig jaar is Iran enkele maanden in het wereldnieuws geweest door het verzet tegen de regering. Zelf heb ik deelgenomen aan protesten in Brussel. Daarom is het gevaarlijk voor mij om terug te keren naar Iran. Het raakt me nog steeds elke keer ik iets lees of zie in het nieuws. Maar ik ga het niet twee uur lang alleen over slechte dingen hebben, wel over wat er nu leeft in het land. Daar is ook veel moois bij. Vriendschap, familiegevoel, ik heb het zelfs over een jeugdliefde, Dorsa.

In de voorstelling speel ik Dariush Omidi, een achttienjarige die met zijn familie van Iran naar België vlucht. Er zitten ook veel grappige stukken in. Als ik die ga vertellen als Armin, krijg je stand-upcomedy terwijl ik theater wil brengen. Er zit humor in maar evengoed muziek en dans. Bovendien is dit niet alleen mijn verhaal. Het kan iedereens verhaal zijn. Dariush beleeft dingen die mij hadden kunnen overkomen maar ook iemand in het publiek.”

Plat Kempens

“Mijn eerste artistieke voetstapjes heb ik in Turnhout gezet. De stad inspireerde me, nog steeds trouwens. Ik ben rapper geworden, heb deelgenomen aan The Voice Kids, had een hoofdrol in ‘Hoodie’. Dat was extreem crazy, we namen zeven scènes per dag op en kwamen dagelijks op televisie. Kinderen herkennen me nog altijd, of ik nu mijn mama bezoek die werkt in het Sint-Victor of naar een muziekfestival ga. Maar dat was maar één personage. Ik heb altijd al geweten dat ik alles wou doen. Ik wil schrijven, regisseren, presenteren, coachen, acteren. Mijn grote droom is interessante rollen spelen in grote films.

Hopelijk zit de Kuub voor mijn première stampvol met een divers publiek, er mag geen enkel zitje meer vrij zijn. Ik verwacht bekenden te zien, leerkrachten van vroeger, straatjongeren, eigenlijk iedereen die geïnteresseerd is in het thema. Er zitten ook stukjes over Turnhout en in het plat Kempens in. Die gaat iedereen dus kunnen volgen (lacht).”

 

 

Geweest in de Warande