Warande Informatief: Lost&Found Futures - More Dogs
More Dogs is een collectief van makers, spelers en muzikanten. Het verhaal begint aan het conservatorium van Antwerpen, afdeling kleinkunst, waar Gode Kempen, Julien Neirynck, Elias Vandenbroucke, Robin Keyaert en Viktor De Greef afstuderen in 2017. Waarna ze zich toeleggen op het exploreren en herschrijven van het genre ‘muziektheater’. Zo verzetten de vijf Nieuwkomers bij muziektheater Orkater in Amsterdam bakens met dadaïstische trips als ‘Zeitgeber’, ‘Real Boys’ (geselecteerd voor Nederlands én Vlaams theaterfestival) en ‘Hier zit niemand op te wachten’. De vijf Jonge Honden scoren ook op festivals als
Lowlands en Down The Rabbit Hole. Vandaag zijn de More Dogs officieel jonge makers af én met drie (Keyaert ging voluit voor zijn mediacarrière en De Greef focust volledig op eigen muziek). ‘Lost&Found Futures’ is de eerste productie die ze onafhankelijk en vanuit België maken en de Warande viert de primeur.
DRIELUIK
Welkom in het drieluik van het trio. Het eerste luik stort vrij brutale elektronische muziek als een vloedgolf over het publiek. Je voelt de totale toekomstpaniek die onder andere voortkomt uit het (autobiografische) jonge vaderschap van zanger-MC Elias. In het tweede luik zijn ‘rust’ en ‘healing’ de kernwoorden naast ‘het verleden’ met nostalgie, kindertijd, jonge dromen, adolescentie. Aan het eind van luik twee komt de MC in een soort van ayahuasca (Zuid-Amerikaans hallucinogeen, mc) trip die in luik drie het heden opstart. Of de
toekomst?
Jullie kozen voor de vorm van ‘Lost&Found Futures’ voor de rave, formerly known as illegale technofeestjes op afgelegen locaties. Waarom?
Gode: Het verhaal begint bij vriend en oud-lid Viktor De Greef en bij de Britse cultuurwetenschapper en filosoof Mark Fisher (1968-2017). Viktor legde Fishers essay ‘Lost Futures’ (2014) op tafel. Fisher is sowieso
al interessant omdat hij ook veel over (de) muziek(cultuur) heeft geschreven.
Julien: In zijn essay stelt hij vragen als: Is er in de hedendaagse popmuziek nog vernieuwing mogelijk? Kunnen we ons dat nog inbeelden? Of recycleren we vooral van vroeger bekende stijlen?
Gode: Elke muzikant is op zoek naar ‘het nieuwe geluid’. Maar: wat is ‘het nieuwe’? Dat is ontzettend
contextueel gebonden. Er wordt waanzinnige nieuwe muziek gemaakt in de Westelijke Sahara,
maar die zal hier nooit op de radio komen. Wat Fisher vooral bedoelde was een soort van popmuziek met een goede experimentele hoek af.
Julien: Zoals David Bowie.
En jullie voelden zich aangesproken?
Gode: Een van de laatste muziekstijlen die Fisher aanhaalt als echt nieuw en interessant is jungle, die ontstond uit de Engelse rave scene. Zo belandden we bij de rave, die in de jaren negentig in Engeland
ontstond als een politiek gebeuren. Jongeren uit de kansarmoede gingen na een week werken (of een week met uitkering) in het weekend feesten in leegstaande fabrieken.
Julien: Raven was een politieke daad. Van een minderheidsgroep. De rave leek ons in ieder geval de liminale (letterlijk of figuurlijk een overgangsgebied, een tussenruimte, mc) ruimte om samen met de toeschouwers te bespelen. Rave en ravecultuur werden het vormelijke beginpunt: we wilden samen met een community, een publiek, een gemeenschap teruggaan naar het verleden en zoeken naar nieuwe toekomsten.
De zoektocht verlegde zich van ‘muziek’ naar ‘toekomst’. Waarom?
Gode: Met muziek werd het op een gegeven moment zelfs voor ons hyperabstract en het voelde als kloppen op dezelfde nagel.
Julien: ‘Kunnen we ons nog andere toekomsten voorstellen dan die beelden die ons in het verleden beloofd waren?’, schreef Mark Fisher. En: ‘Kunnen we die toekomst gezamenlijk aanvangen?’ More Dogs trekt die vragen door tot vandaag. De mens lijkt immers collectief terug te verlangen naar het verleden, naar een tijd die er niet meer is.
Hoe zou dat komen?
Julien: Inderdaad! Dat verlangen lezen wij terug in de popcultuur, in hoe mensen zich kleden, welke films ze zien, welke muziek ze luisteren. Uit nostalgie? Of uit een soort angst voor de toekomst, die we aanvoelen als eng, koud of gevaarlijk?
Gode: Er lijkt tegenwoordig minder ruimte te bestaan voor fantasie over wat die toekomst kan zijn. Of in ieder geval: voor hoopvolle fantasie. Alle blockbusters gaan de dag van vandaag over het einde van de wereld. Onze blik is super dystopisch of apocalyptisch. Dat valt in de mainstream popcultuur precies niet op te lossen…
Is ‘Lost&Found Futures’ een politieke voorstelling, net als de rave destijds?
Julien: Op zich is het al politiek dat we op de planken staan in culturele centra die gesubsidieerd worden door de overheid.
Gode: Ik vind alles politiek. Zoals de Canadese mediatheoreticus Marshall McLuhan het formuleert: ‘The medium is the message’ oftewel: een communicatiemedium kan een grotere invloed hebben op onze perceptie dan de inhoud die het medium overbrengt. In de show leggen we niets uit. Wij wijzen niet
met het vingertje – wie wil protesteren, moet maar echt gaan protesteren –, maar ik vind het wel interessant wat we allemaal met theater kunnen aanraken. En dat is nog een van de weinige ethische pijlen die we als kunstenaar kunnen uitsturen. Wij - drie witte dudes - beseffen waar de rave vandaan is gekomen: Chicago, the queer community. We zoeken altijd een soort van gevoeligheid op in onze voorstellingen, die verder
best ‘veel’ en ‘luid’ kunnen zijn. Ik ben zelf een zeer kritische denker, maar net als Fisher – lees zijn boek ‘Capitalist realism’ – probeer ik nog te zoeken naar wat wel nog mogelijk is. Wat zijn de lines of flight, om het met filosoof Gilles Deleuze te zeggen. Wat zijn de ontsnappingsroutes? Hoe kan je nog om dat
allesopvretende kapitalistische systeem – de enige ideologie die overeind is gebleven – heen dansen? Zodat we weer kunnen fantaseren over de toekomst? Dat is inderdaad hyperpolitiek, maar ik hoop dat wij dat wel zo absurd mogelijk – wij houden van absurde humor – opentrekken. Mijn vader zegt altijd, naar Leonard Cohen: ‘Look for the cracks in the wall. That’s how the light gets in.’
UNDERWORLD
Jullie laten je niet in een hokje duwen. De sound van More Dogs is onnavolgbaar, maar probeer toch eens te beschrijven?
Gode: We hebben een voorliefde voor eclecticisme, voor een veelheid die je niet meteen kan plaatsen. Wij maken alle muziek zelf en die is dienstig aan de vorm van de voorstelling. De muziek is bovendien altijd een vertelling op zich en niet een soort saus. Wij gaan voor een symbiose tussen muziek en tekst. In ‘Lost&Found Futures’ kijken we naar het verleden, noem het een retrofuturisme die refereert aan Pa Fisher, om de toekomst te kaderen. We spelen sowieso met techno, maar lenen overal wat. Je krijgt vele vormen van elektronische dansmuziek, triphop, gabberhouse, refererenties aan Underworld, Faithless, LCD Soundsystem. Er zit ook altijd wel een stukje rock in onze shows. Misschien hoor je dadelijk zelfs samples van nostalgische popnummers…
Julien: Ik vind het grappig dat er ook een trancenummer in zit. Het trancegenre van eind jaren negentig begin 2000 kent vandaag de dag een enorme revival.
Hoe vonden jullie de rollenverdeling?
Gode: We struggleden nog toen onze mental coach Peter Seynaeve met de oplossing kwam. Hij liet ons een filmpje zien van dj-duo Orbital met de verrassingsact Mel C (Spice Girls) op Glastonbury 2024. Vier minuten lang zingt (en danst) Sporty Spice: ‘If you want my future, forget my past’. ‘Dát is jullie vorm’, zei Peter: ‘één zanger, die alles beleeft, de angst én hoop voor de toekomst, met achter zich een soort van geflipt dj-duo’. Jawel, wij.
Jullie zijn alle drie muzikant-performer-schrijver. Waarom was Elias de geknipte zanger-MC?
Julien: Veel van de angst voor de toekomst in deze voorstelling komt voort uit Elias privéleven: hij is net vader geworden. En dat bleek een handige werktool om tot tekst en theater te komen. We misten de menselijke stem! Elias vertelt over zijn deels persoonlijke angst: ‘Ik word vader. Ik zet een kind op deze wereld. Ben ik hier wel klaar voor?’ Die insteek brengt ons dichter bij het publiek en vertelt tegelijk ook een
universeel verhaal. Denk bij ‘MC’ aan een MC als in dubstepfeestjes, waar die teksten upbeat, maar ook het publiek aanspreekt, opzweept, bezweert. Elias gaat tekeer als een geflipte volksmenner. Denk ook aan Mike – The Streets – Skinner. Diens indringendenergieke manier van rappen was een grote bron van inspiratie voor Elias. Skinner is een theaterstuk op zichzelf. Elias zet hier een olympische prestatie neer. Zijn rol is fysiek enorm uitputtend, maar het is de rol van zijn leven!
Elias verkikkert (pun intended) zich vast op de scène ‘We all gone croak’.
Julien: (grinnikt) Je noemt een van onze lievelingsstukken. ‘We all gone croak’ betekent: we gaan er allemaal aan, maar ‘croak’ kun je ook lezen als ‘kwaken’. Dat is de mop. Bij deze song transformeert Elias van mens naar kikker. Het is ook een knipoog naar de film ‘Magnolia’ (1999) van Paul Anderson, waar aan het eind kikkers uit de hemel komen vallen.
Gode: Elias komt als personage voorbij die muren van de rave. Twee jaar geleden was de eerste pitch van deze show: negen verschillende toekomsten in één avond. De kikkerscène was er een uit mijn
verbeelding. Omdat we bezig waren met dat retrofuturisme had ik geluiden van de oude Super Nintendo-console gesampled en er polyritmische oerdrums mee gemaakt. Het klonk… als een vreemd soort gekwaak. In mijn hoofd was dat alsof we in de toekomst waren gedegenereerd naar een soort van reptiele mensen. En die vierden een feestje omdat er een komeet op hen af kwam...
De kikker figureert ook op jullie psychedelische flyer vol mythische toekomstfiguren, maar ook: vallende mensen, een waterval, zelfs een soldaat met het geweer in de aanslag,...
Gode: Bedoeling is dat 'Lost&Found Futures' totaal immersief wordt. Dat mensen zich onderdompelen in muziek, tekst en visuals.
Julien: De visuals van grafisch kunstenares Zirui Cheng draaien boven ons op een groot ledscherm en zullen op hun beurt een hele verbeeldingswereld triggeren. Haar creaties? Alsof het internet in je gezicht ontploft. Wat ze maakt is gekoppeld aan (het microgenre) hyperpop en is beïnvloed door de Japanse neo popartiest
Takashi Murakami en andere extreem eclectische pop art uit het Oosten. Zirui Cheng toont een onheilspellend dystopisch, angstaanjagend, grillig toekomstbeeld met gekke vliegende wezentjes, maar mét de esthetiek van de online wereld. Ze zit ergens tussen wansmakelijk en nice.
Gloort er ondanks angsten en dreigingen hoop aan het eind?
Julien en Gode: Dat mogen we hopen. Voor ons betekent een nieuw leven hoop. De hoop in ‘Lost&Found Futures’ is niet pathetisch of cliché hoopvol, maar zit in het kijken door kinderogen. In Lullaby techno. We denken dat een kind potentieel, mogelijkheden, waarneemt, of in ieder geval iets wat wij niet meer zien. En dat maakt ons wel warm.
Martine Cuyt
Credits
concept, spel, muziek: More Dogs (Gode Kempen, Julien Neirynck, Elias Vandenbroucke)
visuals: Zirui Cheng
regie: Suze Milius
coach: Bent Van Looy
mental coach: Peter Seynaeve
lichtontwerp: Max Adams
kostuum: Lena Mariën
geluid: Sil Borremans
licht: Freek Willems
productieleider: Ditte Jacoby
coproductie: Orkater & Het Laatste Bedrijf
i.s.m. Trappelend Talent
NAAR DE VOORSTELLING
Agenda
-
do 2 okt 2520.15 - 21.15